Ook dit jaar sloot ik het marathon seizoen af met de Bart Brentjens Challenge. Een niet al te beste voorbereiding van het materiaal zou er een lastige editie van gaan maken.
Enkele stats:
Afstand: 110km
Hoogtemeters: 2000hm
Weer: Droog. Veelal bewolkt. Tussen de 6 en 12 graden.
Parcours: Veel korte klimmetjes, singletracks en landwegen. Vooral in de Voerstreek veel paden met stenen en boomwortels. De paden waren bijna allemaal stofdroog.
Op zaterdagmiddag konden de startnummer worden afgehaald, deze keer voor het eerst bij het dagstrand (Fun Valley) in Oost-Maarland. Toen we daar rond 17:30u aankwamen (na een bezoekje aan het circus) stond toevallig net Bram Tankink. Terwijl ik mijn startnummer ging halen maakte mijn vrouw meteen van de gelegenheid gebruik om met hem op de foto te gaan.
Op zondagochtend keek ik als voorbereiding eerst nog even naar de Formule 1. Even na 9 uur vertrok ik op de fiets richting Eijsden. In de eerste afdaling richting Maastricht werd ik ingehaald door Gene die ook naar Eijsden onderweg was. De rest van de weg reden we samen. Het was niet al te warm, maar met kniestukken en een sjaaltje goed te doen.
Ruim op tijd was ik in Eijsden. ik ging er vanuit dat de toegang tot de startvakken onveranderd was, maar dit bleek wel het geval. Wat later dan gepland nam ik daardoor een minuut of 10 voor de start plaats in het vak. Nog net tijd genoeg om het sjaaltje en de kniestukken uit te doen.
Precies om tien uur gingen we van start. Al na een paar meter kwam Bart Brentjens zelf voorbij. Een klein stukje verder ter hoogte van het kasteel was er een flinke klapper. In het voorbijrijden zag ik dat Thijs Zonneveld een van de slachtoffers was.
Op hoge snelheid ging het over de eerste landwegen en door de weilanden. Bij Altembrouck mochten we weer over de binnenplaats rijden. Na een klimmetje volgde nu een paadje met wat boomwortels. Ineens hoorde ik een geluid alsof er twee metalen delen ten elkaar aan sloegen. Er leek niks mis met de fiets en ik dacht dat de vork door zijn veerweg heen was gegaan. Even later kon ik niet meer zo lekker sturen en bleek dat mijn voorband leeg aan het lopen was.
Bovenaan het volgende asphalt klimmetje stopte ik bij de slagboom. Er bleek een sneetje in de wang van de band te zitten. Ik dacht dat er nog latex in de band zat en pomte hem een paar keer wat bij terwijl ik het wiel op zijn kant hield. Ik had hier niet op geoeffend dus het ging nogal onhandig en langzaam. Het sneetje leek uiteindelijk wel dicht te gaan en ik besloot het weer te proberen.
Ik begon aan de volgende stenige afdaling en het was eigenlijk meteen weer mis. De band was weer te leeg om te stoppen. Halverwege de afdaling stopte ik weer om te pompen en probeerde het nog eens. Ik kon nog net heelhuids beneden komen en ging daar rechts bij de splitsing staan. Nu was het toch tijd voor een binnenbandje, wat ook niet zo handig ging. Uiteindelijk had ik de band weer opgepompt en kon ik verder.
Alle wedstrijdrijders waren nu al weg en er waren ook al een hoop toertocht rijders voorbij gekomen. In de eerstvolgende klim was het dan ook erg druk en lastig om in te halen. Even later volgde een van de lastigere afdalingen in de Voerstreek naar Sint-Martens Voeren die verder geen problemen opleverde. De voorband hield het vooralsnog goed.
Na de lekke band waren de wedstrijdaspiraties wel even weggeweest, maar ik wilde nu toch wel weer goed doorrijden. Via Teuven ging het nu richting Epen. In de laatste klim op Belgisch grondgebied moest ik helaas even van de fiets omdat de twee rijders voor mij ook afstapten.
Even later had ik in In de afdaling over het ruiterpad in het een “momentje”, maar het ging net goed. Bij de verzoringspost bij Epen stopte ik nog even voor een wafeltje. De route ging verder via Schweiberg richting de Gulpenerberg. Daarna volgde de Koning van Spanje en een lang stuk over de vaste Gulpenroute.
Op het vrijwel vlakke stuk over het plateau van Margraten kon de snelheid weer flink omhoog. Op het noordelijkste puntje van de route bij Terblijt was ik ongeveer een kilometertje van huis. Daar ging het linksaf richting Bemelen. Het sturen begon nu weer wat zwaarder te worden en even later was mijn voorband weer bijna leeg. Ik had geen binnenbanden meer, maar uiteindelijk wist ik dit probleem met een paar kilometer extra op de teller toch op te lossen…
Ik was nu natuurlijk nog verder teruggeslagen tussen de toertocht rijders, maar ik wilde gewoon ontzettende graag de finish halen zodat ik niet in de winter nog eens met spijt terug moest denken aan deze dag. Het laatste deel van de route bevatte nog de nodige klimmetjes. Alles kon ik verder goed fietsen en ik was toch blij om de finish te halen waar ik werd opgewacht door mijn ouders vrouw en kinderen.
Daarna reed ik op de fiets weer naar huis. Bij de laatste klim naar huis over de Rasberg voelde ik mij compleet leeg, maar gelukkig had ik twee reepjes in mijn zakken waardoor ik toch nog redelijk goed boven kon komen. Met in totaal 143 kilometer was ik na deze lange dag weer thuis.